Pakistan

Pakistaanse desert storm

We weten dat we een lange rit voor de boeg hebben naar Pakistan, dus staan we om 06:15 uur op. We brengen alle spullen naar de bus, checken de olie en laden vooral heel veel water in. Om 07:00 uur kunnen we dan echt vertrekken richting Quetta. Akbar, de eigenaar van het guesthouse, is al wakker, zwaait ons uit en wenst ons het allerbeste voor de toekomst.

Rond een uurtje of 14:00 komen we bij de grens van Pakistan aan. Toch altijd weer spannend hoe het bij zo’n nieuwe grenspost in zijn werk zal gaan. Wordt het uren wachten in de hitte of hebben we alle benodigde stempels zo geregeld en kunnen we weer door? Het is een enorm uitgestrekt terrein met alleen maar Arabische borden. Alle gebouwen lijken gesloten.

Quetta ligt in Baluchistan, een deelstaat van Pakistan waar het nogal eens onrustig kan zijn. Althans, niet in Quetta zelf, maar wel op de weg ernaar toe. We worden aangeraden om niet in het donker moeten rijden en gewoon gas moeten blijven geven tot aan Quetta zelf of te halverwege te overnachten bij een militaire post. Aangezien ons busje niet zo snel gaat zal het waarschijnlijk het laatste worden. Net voor de grens, in Zahedan, gooien we de benzinetank en de jerrycans vol met de goedkope Iranese benzine. Een goede keuze want de benzinestations net voor de grens zijn dicht. Dit verklaart ook de lange rijen voor de benzinestations in Zahedan!

We hebben ondertussen een eigen grensovergangtechniek ontwikkeld. Gewoon doorrijden totdat je iemand ziet. Als je te ver bent gereden en je mist een stempel dan hoor je vanzelf waar je moet zijn. Deze techniek blijkt beter te werken dan eerst te vragen waar je moet zijn. Het gaat namelijk om een heleboel uit-, en inschrijfstempels, formuliertjes en handtekening dat het niet uit te leggen valt. En inderdaad; nadat we langs alle ‘gesloten uitziende’ gebouwen zijn gereden en bij een klein bemand hokje aankomen, blijken we de eerste carnet de passage check te hebben gemist. We rijden terug en vinden de juiste stempelpost. Twee uurtjes verder hebben we alle stempels en handtekeningen bemachtigd. De bus is uitgeschreven in Iran, ingeschreven in Pakistan, wij zijn uitgeschreven in Iran en aangemeld voor Pakistan. Bij het Pakistaanse gedeelte moeten we een half uur wachten. De vermoeidheid slaat toe en binnen een paar minuten zitten we midden in de hal op een stoeltje te pitten. Stiptheid kennen ze wel want een half uur laten worden de paspoorten voorzien van alle benodigde stempels en de bus is, meer uit nieuwsgierigheid, geïnspecteerd door meerdere personen. We kunnen gaan!

We krijgen te horen dat de kans groot is dat we een militaire escorte krijgen voor onze veiligheid. Pakistan is very safe, wordt erbij gezegd. Mmmmmhh, ok. Een half uur later en al een stuk op weg is de escorte in geen velden en wegen te bekennen.

De route richting Quetta kun je gelukkig niet missen. Er is maar 1 weg Pakistan in. We rijden (vanaf nu links) richting Nok Kundi. Een plaatsje zo’n 150 kilometer landinwaarts. We hebben gehoord dat daar een ‘custom house’ is waar we de nacht veilig kunnen doorbrengen.

We komen rond 19:00 uur aan bij deze controle post. De zwaarbewapende, strenguitziende mannen krijgen een glimlach op hun gezicht als we vragen of we de nacht op hun terrein mogen doorbrengen. Yes of course!

Veilig achter een groot hek met 24 uur per dag bewaking, wat wil je nog meer! De kalashnikov’s worden aan de kant gezet om ons uitgebreid en vriendelijk in ontvangst te nemen. We mogen een plekje uitzoeken op het grote stoffige terrein. De w.c. wordt getoond, de ruimte waar we ons kunnen opfrissen (een kale ruimte met een enorme ton met groen water… hmmm, laat maar) en we worden uitgenodigd voor een kopje thee. We mogen zelfs mee-eten maar hadden die hint niet goed begrepen en waren al heerlijk met onze uit Nederland meegebrachte noodles in de weer. De vriendelijke Pakistaanse mannen komen om en om een kijkje nemen in ons keukentje. ‘Noodles’, nee die kennen ze hier niet. Dus het pakje inclusief ingrediënten wordt grondig geïnspecteerd. We nemen nog even plaats op een matje in de keuken om een mierzoet kopje thee te drinken (je kunt het glazuur op je tanden bijna horen springen) maar maken het niet te laat. Morgen weer een lange dag rijden voor de boeg, dus we kunnen beter even goed slapen.

Helaas is dat laatste geen succes. Met alle deuren en ramen open krijgen we de temperatuur in de bus niet onder de 40 graden. Michel kruipt midden in de nacht uit bed om de achterklep te openen. We vangen nu wel wat meer wind. De wind is helaas zo warm dat het lijkt alsof er een te warme föhn continu in je gezicht blaast, of dat je te dicht bij een haardvuur zit. Ja, Nok Kundi ligt midden in de woestijn dus het was misschien te verwachten maar het is echt niet te harden. Pas rond een uurtje of vijf in de ochtend en veel gedraai verder zakt de temperatuur iets. We zweten ons nog steeds helemaal te barsten dus krijgen alsnog de slaap niet te pakken. Om 6:30 uur staan we uiteindelijk helemaal kapot op.