Zandtornado’s!
Wanneer je in landen als Iran rijdt weet je dat het avontuur op iedere hoek van de straat kan liggen. We rijden weg uit het sprookjesachtige Esfahan op weg naar Yazd, een rit van ongeveer 400 kilometer door de hete woestijn. Nog geen 25 kilometer buiten Esfashan wijst Elles naar een kleine zandtornado. We stoppen de auto langs de weg en kijken van afstand naar al het zand dat de lucht in wordt gezogen. Dan zien we opeens verderop een veel grotere tornado ontstaan. We kunnen het niet laten om deze van dichtbij te gaan bekijken. We rijden de snelweg af en parkeren de auto op een klein weggetje. De omvang van deze zandtornado blijkt veel groter dan we hadden verwacht en met de videocamera in de hand kijken we met spanning naar de plastic zakken en dozen die de lucht in gezogen worden. De omvang wordt nog groter en al snel praten we over een diameter van 25 meter. Een enorme slurf zand vindt zich een weg omhoog. Opeens waarschuwt Elles me dat de tornado zich verplaatst. Ze sluit snel alle ramen van de bus. Ik, Michel, heb niet meteen door wat er gaande is totdat Elles schreeuwt dat de zandtornado met grote snelheid op ons afkomt. Ik ren naar de bus en weet op tijd achterin te springen, terwijl Elles vol gas wegrijdt. In de achterruit zien we dat de tornado inclusief alle rotzooi ons op een haar na mist. Met een kloppend hart en een veel te hoog adrenaline level kijken we hoe de wolk zand zich over de straat verplaatst om zijn pad in de woestijn te vervolgen!
We vervolgen onze weg door de woestijn. We komen door dit avontuur laat aan in Yazd en vinden een 200 jaar oud hotelletje, verborgen in de bazaar, om te overnachten. Moe van de rit willen we niets liever dan snel slapen maar helaas moeten we hier nog even op wachten. Om de bus veilig te kunnen stallen, brengen we hem naar een bewaakte garage. Als we door de nauwe gangetjes van de bazaar heenrijden, gebeurt waar we al die tijd zo bang voor waren. De motor slaat af en we krijgen hem niet meer aan de praat. De bazaar, waarschijnlijk een van de oudste ter wereld, bestaat uit een labyrint van donkere gangen met allerlei winkeltjes die op het tijdstip dat wij er rijden gesloten zijn. Het is dus pikkedonker. We proberen de bus nog een keer te starten maar zonder succes. Een blik op de benzine meter laat zien dat de tank halfvol zit en dat we dus genoeg benzine hebben. We doen de motorklep open en zien meteen dat er geen benzine naar de carburateur loopt. Als er maar geen vuil in de tank zit. Dat zou betekenen dat we een paar dagen vast zullen zitten in Yazd.
Michel duikt onder de bus en checkt de benzineleiding. Deze ziet er goed uit. We gooien wat benzine uit de jerrycans in de tank in de hoop dat de eventuele verstopping oplost. Weer proberen we de motor te starten maar zonder succes. Zou dit het einde van de expeditie zijn, spookt door ons hoofd. Opeens realiseert Michel zich dat we rond de 400 kilometer hebben gereden en dat het onmogelijk is dat de tank halfvol zit. De benzine meter moet stuk zijn en de tank leeg op de paar liter na die we erin gegooid hebben. Nogmaals proberen we de motor te starten door flink door te pompen. Tot onze grote opluchting start de motor.
We parkeren de bus snel en komen onder het smeer aan in het hotelletje. Een verfrissende douche doet ons relaxen na deze intensieve maar oh zo gave dag!